Vanaf 2022 ben ik predikant in de Keizersgrachtkerk. Ik ben dankbaar voor deze plek waar we het leven met elkaar delen: onze twijfel, vragen en vondsten, onze kwetsbaarheden en liefde. Onze kerk is een kerk met ruimte. En ik vind het een ware troost dat over ons hele, vaak zo rommelige leven het licht van de Paaskaars schijnt, het licht van de Eeuwige.
Gerard Reve sluit zijn boek De avonden af met de ontroerende zin: ‘Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven’. Die zin wordt gemompeld door hoofdpersoon Frits, die zich als Amsterdamse twintiger een weg door het leven zoekt. Ik geloof dat ik mijn geloof zo’n beetje zó zou samenvatten. Dat het leven soms overweldigend mooi is, maar vaak ook gewoon hard ploeteren. En dat we in dat alles gezien zijn, door de ander, door de Ander (met een hoofdletter dus). En dat je dus niet vergeefs leeft. Geen mens.
Oog hebben voor elkaar en voor de mensen om ons heen is belangrijk voor ons, Keizersgrachtkerkers. Zo sta ik ook in mijn predikantschap: schroom dus niet om je gezicht te laten zien op zondagmorgen, of maak een afspraak om te delen wat er op je hart ligt. Ik steek de kaars vast aan.
“ | ||
‘Ik adem, en ik beweeg, dus ik leef. Is dat duidelijk? Welke beproevingen ook komen, ik leef.’ Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. ‘Het is gezien,’ mompelde hij, ‘het is niet onopgemerkt gebleven.’ Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap. |
||
” |