In de Tuinzaal hangen vanaf 1 februari kunstwerken van Wim Ridder. Hieronder de kunstenaar aan het woord:
"Het doet me plezier om in deze zaal gedurende enkele maanden een keuze uit mijn werk te kunnen laten zien. Omdat de wanden zich daar goed toe lenen, heb ik bij die keuze het accent gelegd op schilderijen van omstreeks 1 x 1 meter. Enkele jaren geleden ben ik, na een periode waarin ik vooral klein tot zeer klein werk maakte, naar dit grotere formaat teruggekeerd. Je ziet hier dus zowel recenter als ouder werk.
In deze tekst
geef ik voornamelijk, min of meer technische, uitleg bij mijn werkwijze. In een eveneens hier aanwezige overdruk van een artikeltje uit het Kerkblad kan je iets lezen over mijn denkwereld die de achtergrond vormt van mijn atelierwerk.
Ik begin aan een nieuw werk door een vel geprepareerd papier intuïtief te beschilderen. Tot 2008 met olieverf, daarna bijna uitsluitend met acryl. Met een paletmes trek ik daarbij lijnen in de nog natte verf. Na droging herhaal ik dat proces, waarbij lijnen en kleurvakken al iets meer richtinggevend werken. Zo ontstaat een compositie die óf als basis dient voor het nieuwe werk, óf die ik scheurend en knippend fragmentariseer.
Zo’n basiscompositie hangt soms maandenlang, tussen ander werk-in-wording, aan de (met zachtboard beklede) wand van het atelier. Gaandeweg ontdek ik dan waar ik kennelijk mee bezig ben. En dan ga ik die notie verder uitwerken, dat wil zeggen: accenten aanbrengen door er met knopspelden scheurfragmenten op te prikken, soms een deel over te schilderen, iets weg te halen, andere fragmenten op te prikken etc..
De slotfase begint met het aanbrengen van dubbelzijdig klevend folie op de achterkant van alle opgeprikte fragmenten. Monnikenwerk! En daarna wordt het werk samengedrukt onder stapels zware boeken.
Mijn werk is de laatste jaren van karakter veranderd. Het kleurgebruik is sprekender geworden, doordat ik bijna uitsluitend nog met acrylverf werk. En ik ben gericht op zoek gegaan naar een andere beeldtaal. Ik begin een basisschildering nu met losjes lijnen te tekenen, met penseel en zwart acryl. En na kortere of langere tijd beschilder ik die lijncompositie. Zo ontstaat de tweede beeldlaag, waarop dan weer de fragmenten worden aangebracht, zoals hierboven beschreven.
Ook het karakter van de fragmenten is veranderd: ik heb de smalle, kleurige, scherp gesneden papierstrook ontdekt, als nieuw beeldelement. Die stroken brengen dynamiek in het werk, of evenwicht, of ze scheppen onrust in een compositie die te ‘saai’ dreigt te worden. Ze dringen de gedachte op, ook bij mij, dat ze, voor het onderhavige werk, een specifieke inhoudelijke betekenis hebben. En zo bewerkstelligen ze, mogelijkerwijs, dat de blik van de bezoeker langer aan het beeld blijft hangen. Dát maakt een werk uiteindelijk pas tot een, voor mij, geslaagd product. ‘Portret’ en ‘People 3’ mogen hierbij als voorbeelden gelden.
Overigens: de titel van een werk verwijst soms wél, maar even vaak ook níet, naar een specifiek inhoudelijk thema. Ik laat bezoekers graag de ruimte om eigen thema’s te herkennen of nieuwe te ontdekken."
Een uitgebreider overzicht van het werk (ook fotoprojecten) van Wim Ridder is te vinden op zijn website: www.atelierridder.com